100 dates

Dit verhaal maakt onderdeel uit van mijn project “100 dates”, waarin ik op een luchtige manier 100 willekeurige ontmoetingen met het andere geslacht beschrijf – een project waarbij ik mijn plezier in schrijven combineer met mijn passie voor liefde. Ondanks dat de verhalen niet per se waargebeurd zijn, zitten er elementen in die op de waarheid berust zijn, dan wel door mijzelf meegemaakt, dan wel aan mij verteld . De bedoeling is om uiteindelijk al deze verhalen te bundelen in boekvorm.
Overigens zijn het vaak allemaal oude(re) verhalen (tot wel 10 jaar terug).
Midzomernacht 2018
Help! Ik heb letterlijk niets om aan te trekken! Ik kijk naar de berg kleding die voor me op de grond ligt, welke langzaam de vorm aan begint te nemen van de Mount Everest. Zo veel kleren en nog altijd niets om aan te trekken, verzucht ik.
Ik ben me klaar aan het maken om naar de showavond van het Concours Hippique Haarlemmermeer te gaan. En ik heb een missie: ik heb gehoord dat mijn crush ook voornemens is te komen.
Mijn god, wat had ik het de vorige keer verprutst met Ed. Eindelijk gingen we dan op date. Maar Ed bleek niet zo spraakzaam – behalve als het om zichzelf ging – en al helemaal niet geïnteresseerd in mij als persoon. Ik kan niet zo goed tegen stiltes, dus bleef ik maar praten. Ik heb nog steeds geen idee waar al die onzin vandaan kwam die toen over mijn lippen stroomde.
“Je bent wel erg vol van jezelf, he” onderbrak hij me op een gegeven moment. Ik kon me wel voor mijn kop slaan. Wist hij maar hoe onzeker ik was.
En toch vind ik hem nog steeds leuk en heb ik nog altijd stille hoop op een happy end. In gedachten lopen we nog altijd naar het altaar. Je weet het tenslotte maar nooit.
Pip, mijn wildkleurige, langharige Chihuahua, loopt langzaam maar doelbewust naar de berg kleding, waar ze een comfortabel bed in ziet.
“Maak een beslissing” roep ik mezelf tot de orde, “ik kom nog te laat”. Alweer. Ik besluit mijn lederen shortje aan te trekken (daar zitten tenminste geen hondenharen op) met een panty eronder om mijn witte, lichtgevende benen te camoufleren.
“Doei Pipi” zeg ik met een kinderachtige stem als ik mijn sleutels pak, terwijl ik zie hoe ze inmiddels op mijn kleding ligt en deze van wat extra beharing aan het voorzien is, “tot later, meisje”.
Ik probeer nog enkele minuten te winnen door de maximale snelheid te rijden. Het bij-effect is dat mijn auto zoveel herrie maakt dat ik amper de muziek nog kan horen. Irritant! Met het geld wat ik neergelegd heb voor deze auto – een speciale, roze editie – had ik mezelf gemakkelijk een beter exemplaar kunnen veroorloven. Goed, misschien had een beetje onderhoud ook geen verkeerd idee geweest maar ik moet toegeven dat dat niet mijn favoriete uitgavepost is.
Enigszins verbaasd dat ik niet verkeerd gereden ben (mijn interne GPS is nooit echt goed ontwikkeld geweest), bereik ik de parkeerplaats. Help, het is superdruk! Ik blijk geluk te hebben; net voor me vertrekt een auto en snel draai ik mijn kleine auto’tje in het plekje, het boze gezicht van de BMW-bestuurder die van de andere kant komt negerend.
Vlug been ik door het Hoofddorpse bos naar het evenemententerrein waar ik mijn paardenvriendin Wendy al bij de ingang zie wachten. Ze heeft haar haar in een steile, blonde haar in een staart en ze draagt een spijkerbroek met een paar jodhpurs die ze overduidelijk gebruikt voor stalwerkzaamheden. Ik had gehoopt haar goed nieuws te kunnen brengen over de wedstrijd die ik de dag ervoor zelf op het concours gereden heb, maar het ging totaal niet en nu hoop ik maar van harte dat Wendy er niet naar vraagt.
Ondanks dat het al 20h is, schijnt de zon nog genereus: het is zo’n heerlijke, lome zomeravond en er hangt een ontspannen sfeer.
Na onze begroeting vertel ik Wendy dat Tom waarschijnlijk ook komt. Tom is een soort ex-vriend van mij – we hebben nooit wat gehad, maar we hebben het ook nooit officieel uitgemaakt: we zijn beide meester in het spelen van “hard to get” en we zullen beide nooit toegeven dat we elkaar leuk vinden. Hij wist nog niet zeker of hij zou komen, maar Tom houdt van feestjes, drank, muziek, paarden en vooral paardenmeisjes dus de kans is groot dat hij wel zijn opwachting zal maken.
Vrolijk kletsend lopen we samen naar de grote tribune bij de arena, waar de showavond al in volle gang is. Het is met diverse arena’s, bars, tribunes en podia een stuk groter en ook drukker dan ik dacht. Ik had verwacht dat ik comfortabel met een glas wijn op de tribune zou zitten, maar er is geen leeg plekje meer te vinden dus zit er niets anders op dan tegen de omheining aan te leunen. Langzaam maar zeker voel ik mijn hakken wegzakken in het grasveld. Heel classy, Jacky O.!
“Hey, collega!” hoor ik van een afstandje en als ik opkijk, zie ik Dieneke mijn kant op schreiden, met in het kielzog haar man Piet. Dieneke rijdt zelf ook, dus ik ben niet verbaasd haar hier tegen het lijf te lopen.
“Lekker broekie heb je aan, wijffie” zegt Piet knipogend, als hij naast me staat. Ik ken Piet al jaren: Dieneke en ik zijn al 17 jaar collega’s en ook dorpsgenoten. Dat schept een band.
“Is dat geen leuke cowboy voor je , daar” knikt Dieneke richting de arena, waar zich momenteel een shownummer afspeelt met stuntende mannen die zich het uiterlijk van een cowboy hebben aangemeten, inclusief grote cowboyhoeden. Ik draai me om in de richting van Dieneke’s geknik en maak een wegwerpgebaar.
We hebben elkaar niet echt wat te vertellen, dus Dieneke en Piet lopen verder en ik ben vooral opgelucht dat ze niet naar mijn wedstrijdresultaten van de dag ervoor vroegen.
“Ik heb wijn nodig” zeg ik even later tegen Wendy. We hebben nu enkele shows gezien en ik voel dat ik verveeld begin te raken. Daarnaast hoop ik, door wat rond te lopen, de kans te vergroten om Ed “zomaar” tegen het lijf te lopen. Door het grasveld ploeterend op mijn hakken kom ik veel bekenden tegen, maar geen spoor van Ed. Ik kan hem onmogelijk over het hoofd hebben gezien: met zijn lengte – en vooral zijn ego – kan hij een hele ruimte vullen. Het is een bijzondere man en ondanks dat hij niet het uiterlijk heeft van een fotomodel, vind ik hem met zijn lengte, kale hoofd en vooral zijn zelfverzekerde houding woest aantrekkelijk.
Als ik net mijn bestelling aan de gelegenheidsbarman door heb gegeven, gaat mijn telefoon. Het is Tom.
“Waar ben je?’ vraagt hij. Dat wordt nog en hele uitdaging elkaar te vinden, denk ik als ik om me heen kijk maar de drommen mensen. Maar opeens zie ik zijn open, vrolijk lachende gezicht.
“Het is voorbestemd” fluistert hij in mijn oor als hij even later naast me staat en me met drie zoenen begroet heeft.
Tom, altijd zoekend naar manieren om te besparen op zijn geldverslindende hobby – bier drinken – tovert een blikje bier uit zijn grote, blauwe jas en juist op dat moment begint de band te spelen op het podium aan de rand van het terrein, waar we ons inmiddels bevinden.
Er is nog altijd geen spoor van Ed, maar ik voel dat hij hier ergens is. Hij laat normaal geen mogelijkheid onbenut om met zijn veren te pronken op een evenement als dit – hij is, als springruiter zijnde, een bekende in deze wereld.
Na een paar liedjes en evenzoveel drankjes begin ik het wat fris te krijgen. Tom merkt dit op en biedt mij zijn jas aan. Het wordt nu drukker en drukker bij het podium omdat de paardenshows in de grote arena inmiddels afgelopen zijn. Het publiek gaat los en de band, aangemoedigd door het enthousiasme, draait het volume nog wat verder omhoog.
“OMG As, een van die stuntrijders van net komt jouw kant op” wijst Wendy en ze heeft gelijk. Ik had liever gehad dat het Ed was geweest, maar toegegeven; Cowboy ziet er leuk uit – hij lijkt met zijn lange, blonde haren op Brad Pitt uit Legends of the Fall. En hij draagt een baby Chihuahua op zijn arm.
“Ah, wat lief” zeg ik, als hij naast me staat.
“Thanks” antwoordt hij met een geheimzinnige glimlach op zijn gezicht. “He’s for sale”. Hij vertelt dat hij in Frankrijk woont.
Zoals altijd na een paar drankjes, vertel ik hem dat ik ook Frans spreek. Hij knikt goedkeurend en antwoordt vervolgens dan ook in zijn moederstaal. Ik heb geen idee wat hij bedoelt, dus zeg ik maar dat ik hem niet goed kan verstaan door de luide muziek.
“Voeg me toe op Facebook” zegt hij, “daar staan nog meer foto’s van mijn pups”. Slimme zet, Cowboy, je hebt zojuist mijn naam gescoord. En mijn Facebook, denk ik, als ik hem het vriendschapsverzoek verstuur.
Hij overhandigt me de Pup, die ik hoogstens een week of 6 schat, en loopt weg. “Nu heb ik tenminste een reden om terug te komen” knipoogt hij als hij zich nog even naar me omdraait.
Wild trekt Wendy me aan mijn jas. Of eigenlijk Tom’s jas.
“As, as, wat was DAT?!” vraagt ze, waarop ik luchtig antwoordt dat hij gewoon een Pup aan me probeerde te verkopen. Ik kijk naar het bruine diertje op mijn arm. Toegegeven; het is een leuk beestje, maar ik denk niet dat Pip zit te wachten op gezinsuitbreiding. Ik doe een klein schietgebedje dat die kleine humpje niet naar het toilet hoeft.
Voor ik het weet, zie ik Cowboy alweer mijn kant op komen. Weer die mysterieuze glimlach. Hij heeft een biertje in zijn hand en als ik even later in zijn helblauwe ogen kijk, ben ik sprakeloos. En dat gebeurt me niet snel. Hij kijkt me diep in mijn ogen en buigt zich naar me toe.
“You are very beautiful” fluistert hij in mijn oor opeens voel ik me dronken. Hier sta ik dan, in Tom’s jas, starend in de meest blauwe ogen die ik ooit gezien heb van een Franse cowboy die ik nog maar net ontmoet heb.
“Ik moet gaan” zegt hij even later verontschuldigend, als hij zijn hondje weer van mijn armen geplukt heeft. En dan, opeens, kust hij me. Voor even staat de wereld stil. Het is de beste kus die ik ooit gehad heb en ik sta te tollen op mijn benen. We kijken elkaar nog een keer diep in de ogen, maar dan draait hij zich om en loopt hij weg, mij compleet verbouwereerd achterlatend.
Ik kijk om me heen en zie Tom die me overduidelijk in de gaten heeft gehouden. Als onze ogen elkaar kruizen, draait hij zich om naar het meisje naast hem, net iets harder lachend dan noodzakelijk.

No Comments