“Donderdag lessen?” stuurt Els. Dat hoeft ze me geen twee keer te vragen. Niet-paardenmensen vinden het altijd vreemd dat paardenmensen “les” hebben. Ze denken dat het net zo is als met autorijden. Dat werkt even anders. Als je bovenop het paard zit, zie je namelijk niet hoe het eruit ziet. Je instructie is dus eigenlijk ook de ogen vanaf de grond.

Els is altijd keurig op tijd en geeft WhatsApp een klontje terwijl ik non-stop aan het praten ben. In dit geval met mijn stalgenoot. Ze gaat net weg en wenst me veel rijplezier. Nog geen minuut later is ze weer terug.
“Ik vergeet helemaal mijn emmer op te ruimen. We zaten ook zo te kletsen” lacht ze, terwijl ze haar emmer oppakt.
– ‘Tja, wie zijn hoofd niet gebruikt, moet zijn benen gebruiken” reageert Els. Els heeft altijd zulke goede spreuken!

“Hij blijft maar doorgroeien, he” zegt Els. Ik weet niet zeker of ze bedoelt in de lengte of in de breedte, maar eigenlijk is dat om het even – beide groeien evenredig mee. “Het zou me niet verbazen als hij de 1m60 al aantikt” vult ze aan. Ik heb geen idee, ik zie hem elke dag. Het enige wat ik echt merk, is de groei in omvang gezien het dagelijkse gevecht met zijn singel. Deze lijkt elke keer wel weer een stukje korter te zijn geworden.

Het is redelijk benauwd weer, maar ik besluit toch de (open) rijhal te verkiezen boven de buiten arena. Het is bijna voertijd en dan komen de manegepaarden langs de baan gerend – ze rennen dan van de wei naar hun eigen stal – en ik weet dat WhatsApp dan graag mee wil rennen. Dan is de rijhal net wat “veiliger”.
“Leuk juist!” jubelt Els. Maar ik laat me niet overhalen. Rodeo is nooit mijn specialiteit geweest.

WhatsApp heeft vandaag de hele dag binnen gestaan dus we beginnen met mijn favoriete onderdeel (not): het instappen/ de warming up. WhatsApp moet van Els actiever stappen maar hij laat zich nog niet erg activeren. Ook de middenstap gaat nog een beetje moeizaam, al is het wel alweer beter dan vorige week.
“Ik vond dat vroeger altijd het moeilijkste onderdeel” geeft Els toe en ik kan haar de hand schudden.

Niet veel later draven we weg en Els ziet vrijwel direct verbetering ten opzichte van mijn vorige trainingsmoment. Ik gooi WhatsApp niet los van voren tijdens het aandraven waardoor hij mooi vanuit het achterbeen vertrekt. We maken hem lekker los en pakken net het schouderbinnenwaarts op wat beter gaat dan verwacht. Els is tevreden en ik eigenlijk ook. Vorige week ging dat nog niet zo fijn. Dan verschijnt opeens de eigenaresse van de stal in de deuropening om aan te kondigen dat de paarden er weldra aankomen. Els reageert enthousiast – ik kan haar enthousiasme niet delen – en geeft me nog wat tips. Els weet ook hoe (heftig) WhatsApp kan reageren op het hoefgetrappel van galopperende paarden naast de baan.

“Achterover zitten, benen lang en er is er maar een de baas. En dat is degene die erop zit. Dus hou hem bezig en hou het van jou. Laat hem niet zijn eigen programma maken”. Ik ga weer verder met de oefeningen als opeens vanuit het niets WhatsApp een spurt neemt. Ik had nog niets gehoord maar niet veel later hoor ik de paarden dan ook. Paarden kunnen dan ook dingen horen op 5km afstand.
“Maak maar allemaal S-jes” roept Els door mijn headset “maar hou hem aan het werk”. WhatsApp gaat alle kanten op en ik moet alle zijlen bijzetten om hem bij de les te houden.
“Hou hem naar voren” instrueert Els. “Hij mag niet stilstaan”. Ik ben blij als het laatste paard, de laagste in rangorde, op een afstand van de anderen in een rustige draf voorbij gaat. Al snel kalmeert WhatsApp weer.

Er is echter geen tijd om bij te komen.
“Ga maar op de volte en probeer een paar passen de draf te sluiten. Erna weer wegrijden in een arbeidstempo.” Na twee keer sluit hij netjes. De derde keer moet hij in zijn geslotenheid aanspringen. Ik stel hem ronder in zodat hij zich er niet uitdrukt, en door de geslotenheid vertrekt hij mooi vanuit zijn achterbeen.
“Mooi!” roept Els. Ik heb de afgelopen week hard aan mijn eigen houding gewerkt. Els gaf me de vorige keer de tip op mijn teugels beide in mijn binnenhand te nemen in de galop en met mijn buitenhand de achterkant van het zadel vast te pakken.
“Trek het zadel tegen je billen” zei ze, “het zadel moet aan je broek plakken”. Het klinkt raar, maar als je dat eenmaal gedaan hebt, weet je precies hoe je moet zitten.
“In het hogere werk moet je het met deze echt van de galoponderdelen hebben” zegt Els “dit zijn allemaal 7-ens”. Ik ben trots en ga nog wat rechterop zitten. Alsof het hoofd met een touwtje aan het plafond zit, denk ik steeds. Precies zoals Els gezegd had.

Na dezelfde oefeningen op de andere hand gedaan te hebben, is het tijd voor een korte stappauze aan de lange teugel. Hoewel dit eigenlijk geen pauze is, want WhatsApp moet wel doorstappen.
“Als je te langzaam gaat, buigt een paard in op zijn kleine gewrichten, zoals de koot. Dit is funest en heeft altijd slijtage – en dus blessuren – tot gevolg. Hij moet buigen op zijn grote gewrichten – knie en sprong”. Blessures willen we niet, dus hou ik de stap actief. Als ik anderen zie rijden die onder het tempo lopen (het geldt namelijk voor alle gangen), zie ik precies wat ze bedoelt.

Els heeft me geleerd dat een paard zich ongeveer 6 minuten kan concentreren. Alles wat je dus daarna doet, nemen ze niet meer op. “Leren” ze niet meer. Ooit wel eens afgevraagd waarom een dressuurproef maximaal rond de 6 minuten duurt?

Ik moet hem weer oppakken en moet gelijk (vanuit stap) in galop aanspringen.
“Mooi!” roept Els weer. WE gaan de galop sluiten. Omdat je dit voor de pirouettes moet doen zonder been, krijg ik een klein aanwijsstokje. Het lijkt wel of WhatsApp dit geoefend heeft, want gelijk de eerste keer sluit hij als een “pro”. Els is tevreden. Even verderop moet ik het nog een keer doen en ik kir van enthousiasme.
“DIT IS ZOO GAAF” roep ik uit en Els lacht. Het is net of je zweeft. We oefenen hier even mee door.

Na weer een korte stappauze mag ik wederom aanspringen in de galop. Alweer, denk ik, maar ik hou mijn mond. Ik begin al een beetje moe te worden maar probeer dat niet te bevestigen door het uit te spreken. Dan ga ik er nog in geloven en eraan toegeven.
“Zet hem maar op een kleine volte in het midden”. WhatsApp is daar geen fan van want al het gewicht komt nu op de achterhand. “En jij blijft rechtop zitten. Buik naar voren. Voor je gevoel achterover zitten”. Ik heb de neiging WhatsApp mee te helpen door naar voren te gaan zitten maar maak het hierdoor voor hem alleen maar moeilijker. Hij krijgt hierdoor tenslotte extra gewicht op zijn voorhand te verwerken.
“Probeer hem maar een paar passen travers te zetten”. Oeh denk ik, begin van de pirouette. Het is al even geleden dat ik pirouettes gereden heb dus ik moet even denken. WhatsApp moet tot overmaat van ramp – ik probeer hem naar voren te houden – mesten.
“Dit komt omdat hij korter wordt, compacter. Er is hierdoor minder ruimte voor de mest in zijn lijf. Dat moet eruit”. Ah, een goed teken, dus. OK, dit moeten we nog even oefenen, denk ik. Maar Els is niet ontevreden. We mogen lekker uitdraven.