Dressuurtraining

“Els, ik ga even kijken of ik morgen kan lessen. Ik ben vandaag van mijn paard gevallen. Het lijkt mee te vallen, maar ik weet niet hoe stijf ik morgen ben”. Ik app mijn trainer; ze zou eigenlijk morgen weer komen. Ik had er erg veel zin in, want ik heb sinds februari al geen les gehad. Erna ging ik op vakantie naar San Diego en toen ik terugkwam, brak het Coronavirus in alle hevigheid los. En nu dit.
Gelukkig ben ik blijkbaar soepeler dan ik dacht en kunnen we alsnog trainen. Het is tweede Pinksterdag. Voor mij natuurlijk een van mijn favoriete feestdagen (pink (roze)+sterren). “Ik heb wat lekkers voor u meegenomen. Omdat ik zo blij ben dat ik eindelijk weer kan trainen”. Els neemt het dankbaar in ontvangst. Ik heb het ook echt gemist. En merk dat door het ontbreken van de trainingen en wedstrijden mijn motivatie langzaam afneemt. Ik moet wel een doel hebben. We kletsen over koetjes en kalfjes (paarden en liefde) en lopen even later naar de arena. “Doe wel aardig voor me, hoor, Els, ik weet dat er fouten ingeslopen zijn”. “Dat zullen we nog wel zien” antwoordt Els. “Die chocolade was om u te paaien” mompel ik er achteraan en Els begint te lachen.
We beginnen met losstappen. Iets wat ik altijd een beetje saai vind en ook wat overbodig omdat hij de hele dag al in de wei aan het stappen is. Els weet dit, en maakt er een leuke oefening van. We sluiten de stap en WhatsApp vindt het niet zo leuk. “Hij wil lekker zijn eigen tempo lopen”, constateert Els. Al snel gaat dit door de gegeven tips een stuk beter. We maken het af door uiteindelijk door te gaan naar het halthouden. Dat doet hij braaf, maar hij staat niet gesloten. Dus is het elke keer goed doorkomen in de laatste pas met mijn been. We verruimen de stap ook en hier doe ik vooral veel fout. “Breder zitten! Benen naar achteren! Meelopen met zijn achterbenen! Handen naar voren!”. Oei. Dit is weggezakt en moet ik weer even goed oefenen. Ter afsluiting van de warming up sluiten we de stap weer en maken we vervolgens wendingen om de achterhand. Die gaan goed.
Hoe druk WhatsApp in de winter is, hoe sloom is hij in de zomer. “Wat wil je! Hij heeft de hele dag op het land gestaan!” zegt Els. Ik heb er de afgelopen weken (maanden) niet veel aangezeten van voren, en volgens Els is dit de juist reden dat hij sloom is en dat hulpen niet doorkomen. “Je stopt er van achter energie in, maar je houdt het niet vast van voren. Het loopt er zo weer uit”. Ik vind het altijd lastig om hier de balans te vinden, maar doe toch wat Els zegt. Al snel merk ik dat WhatsApp beter gaat lopen. “Ja, anders sukkelt hij een beetje op de voorhand. Je moet het zien als een kraan. Doe je niets, loopt het water in een slap straaltje naar beneden. Maar zet je je vinger op de straal, ontstaat er druk en spuit het water alle kanten uit”. Ik vind het een mooie metafoor die ook op mensen van toepassing is.
We trainen hard en Els pakt alles systhematisch aan. “Ik ben kapot” verzucht ik na 35 minuten “en dan hebben we nog niet eens veel gedaan”. “We halen de fouten eruit die erin geslopen zijn” antwoordt Els. Ik bedoel meer dat we alleen basiswerk gedaan hebben. Geen travers, appuyementen, contragalop. Dingen waar we voor de “stop” wel volop mee bezig waren. “Dat komt vanzelf wel weer. Eerst de basis weer op orde”. En ze heeft gelijk.
Als ik de dagen erna zelf ga trainen, merk ik gelijk dat de les effect had gehad. WhatsApp loopt super en langzaam denk ik weer aan starten.
Onderstaande foto is trouwens gemaakt op eerste Pinksterdag. De dag dat ik heb gevlogen. Of dat ik eraf ben gevlogen, eigenlijk.


No Comments